Sticordi-maatregelen
& ondersteuningsplan
In de lagere school werken we met sticordi-maatregelen. Echter merken we dat een aantal van deze maatregelen behoren tot de brede basiszorg. Sticordi-maatregelen zullen uitgezuiverd moeten worden.
Er moet gekeken worden welke maatregel nu echt een sticordi-maatregel kan zijn voor een specifieke leerling en welke maatregelen behoren tot fase 0 en 1 van het zorgcontinuüm, die kunnen ingezet worden voor alle leerlingen die deze ondersteuning vragen. (vb. het aanbieden van een tekst begrijpend lezen de dag voor de toets kan vallen onder brede basiszorg, meerdere leerlingen hebben hier baat bij. Maar, het inzetten van dyslexie software om een dictee te maken kan nog een sticordi-maatregel blijven).
Er moet gekeken worden welke maatregel nu echt een sticordi-maatregel kan zijn voor een specifieke leerling en welke maatregelen behoren tot fase 0 en 1 van het zorgcontinuüm, die kunnen ingezet worden voor alle leerlingen die deze ondersteuning vragen. (vb. het aanbieden van een tekst begrijpend lezen de dag voor de toets kan vallen onder brede basiszorg, meerdere leerlingen hebben hier baat bij. Maar, het inzetten van dyslexie software om een dictee te maken kan nog een sticordi-maatregel blijven).
In alle klassen kan je zo een aantal hulpmiddelen gaan voorzien voor alle leerlingen.
(hulpmiddelen die nu vallen onder sticordi-maatregelen voor enkel de leerlingen met een diagnose).
(vb. in de klassen fichebakken voorzien met daarin de schema’s van werkwoorden, tafelkaarten, stappenplannen rekenen).
Wie er behoefte aan heeft kan tijdens de les een schema gaan halen.
Leerlingen kiezen zelf of ze hier nog mee willen werken (autonomie, werken op het niveau van de leerling!), er wordt rekening gehouden met hun hulpvragen.
Het gevaar van sticordi-maatregelen bestaat erin dat je vertrekt vanuit diagnoses alvorens je ondersteuning, rekening houdend met de noden van de leerling, gaat aanbieden. Je gaat dan afhankelijk van een diagnose een aantal maatregelen aanvinken die je als school kan aanbieden.
Op deze manier lijkt er weinig input van de ouders mogelijk en stel je als school zelf al voorop wat de aanpassingen zijn die de school kan doen. Het is als het ware zeggen: “dit kunnen we doen, andere zaken zijn niet mogelijk.” Draagkrachtafweging is in elke situatie anders. Je moet als school hierover nadenken, maar je mag niet toewerken naar een aantal zaken die je kan aanbieden en indien deze niet lukken het bewijs verzamelen van de geleverde inspanningen en over een doorverwijzing gaan praten.
Er moet ruimte zijn voor dialoog, extra maatregelen en flexibiliteit van alle partijen.
Werken met een ondersteuningsplan biedt meer ruimte voor overleg en zorgt ervoor dat verschillende partijen hun verantwoordelijkheden gaan opnemen.
De bedoeling van een ondersteuningsplan is op regelmatige basis met alle betrokken partijen gaan kijken welke zaken goed lopen en waar er nog verder bijgestuurd kan worden (eventuele sticordi-maatregelen kunnen een leidraad zijn voor het inzetten van de ondersteuning). Alle betrokken partijen worden gezien als gelijkwaardige partners.
In het ondersteuningsplan dien je concreet te werk te gaan, zodat je een duidelijk actieplan krijgt.
In het ondersteuningsplan ga je kijken wat we (ouders, externen, leerkrachten, zorgcoördinatoren, …) specifiek gaan doen voor de leerling. Je gaat zoeken wie, wat, wanneer kan doen en dit evalueren.
Samen wordt er naar oplossingen gezocht.
Iedere betrokken partij die deelneemt aan het uitvoeren van het ondersteuningsplan moet een duidelijk beeld hebben van de leerlingen en zich de ideeën voor ondersteuning concreet kunnen voorstellen bij die leerling. Jezelf en je eigen grenzen kennen is belangrijk, alsook de verantwoordelijkheden binnen je beroep dien je op te nemen. Ouders hebben bovendien ook vaak zich op welke ondersteuning de afgelopen jaren succesvol was.
Een open houding tijdens het overleg en het proces is belangrijk.
voorbeeld ondersteuningsplan | |
File Size: | 160 kb |
File Type: | docx |